Wat voor de één vanzelfsprekend is, is dat voor de ander juist helemaal niet. In verschillende culturen leven verschillende ideeën over wat goed gedrag is. Dat heeft vaak te maken met hoe we onszelf zien: als onderdeel van een groep, of als zelfstandig individu. In sommige samenlevingen draait het vooral om het collectief, familie, gemeenschap, verantwoordelijkheid voor de groep, de kring waar je bij hoort. Daar gelden duidelijke regels, en wie zich daaraan houdt, hoort erbij. Maar vaak gelden die regels alleen binnen de eigen groep. Buitenstaanders worden anders behandeld. In meer individualistische culturen, is die groepsdruk minder sterk. Er is meer ruimte om zelf te kiezen wat je belangrijk vindt. Dat geeft vrijheid, maar ook verantwoordelijkheid. Want zonder vaste regels en zonder sociale controle, moeten we ons morele kompas zelf leren afstemmen. En dat is een belangrijk uitgangspunt als we ons gezamenlijk willen inzetten voor een mooiere wereld. Geloof in en vertrouw op een moraal die verder gaat dan afkomst, traditie of gewoonte.
In universele waarden die gelden voor iedereen, dichtbij en ver weg.
Juist omdat onze wereld zo verweven is geraakt, kunnen we niet langer bouwen op controle binnen kleine groepen.
De schaal waarop we samenleven vraagt om iets groters:
vertrouwen in waarden die we met elkaar willen dragen.
Gelijkwaardigheid.
Zorg.
Vrijheid.
Compassie.
Respect.
Er zijn geen hekjes, er is geen stok achter de deur.
Maar het is wel de weg die echt verbindt.
De enige weg vooruit.
Respecteer deze keuze.
Moraal is geen sluitstuk, maar een uitgangspunt.
We bouwen samen die mooiere alles omvattende wereld als compassie onze standaard is.
Compassie is wat blijft
als je niet hoeft te fixen,
niet hoeft te vluchten,
en ook niet hoeft te vechten.
Het is de stilte
waar het hart nog open durft te blijven
wanneer het pijn voelt
bij een ander,
of bij jezelf.
Vanuit verbondenheid iets zachts of helends aanreiken
als het mag, als het kan.