Save humanity

Set your soul compass

Samen bouwen aan een wereld vol vergroening, verbinding, vrijheid & respect, te beginnen in Nederland. Juist in Nederland! Als ’t daar lukt, inspireren we grenzeloos.

’t hart van ieder mens

Meer dan ooit is er een wereldwijde noodzaak voor het veranderen van vele macht- en geldsystemen. Ons doen en laten hangt voor een groot gedeelte samen met de structuren, stelsels en systemen die we met elkaar (ooit) hebben gemaakt en hebben laten ontstaan. Het is tijd voor verandering. Dat is te zacht uitgedrukt. Er is een schreeuwende behoefte aan verandering! Geen tijd meer te verliezen. Een schreeuw naar ruimte voor werkelijke kennis en waarheidsvinding, transparantie, verbinding, respect voor ieder medemens en respect voor de natuur over de hele wereld. We moeten anders gaan denken en handelen. Maak de stem van ons hart belangrijk om te komen tot grote verbeteringen in de wereld en geef ons hoop & vertrouwen terug in de mensheid.

Aangezien ons denken en doen voortkomen uit motivatie en/of angst, ligt de oplossing in het aanpassen van hetgeen onze motivatie en angst aanstuurt. Voor een deel is het cultuur en voor een groot deel zijn het systemen, stelsels en structuren. Geldstelsels, hiërarchische structuren, beloningssystemen, om er een paar te noemen. Het gaat verder. Onderwijssystemen, belastingstelsels, organisatiestructuren, kiesstelsels, informatiesystemen, algorithmen, verdienmodellen achter publieke media, vergunningenstelsels, subsidiestelsels, bancaire systemen en nog veel en veel meer. Op alle niveaus binnen onze westerse maatschappijen, van de landelijke politiek tot aan de plaatselijke voetbalclub. 

Het aanpassen hiervan is niet onmoglijk, het heeft alleen veel tijd nodig. Onze denkbeelden en motivatie-patronen kunnen op een positieve manier meeschuiven, ontwikkelen. Cultureel zullen we gaan veranderen, meebewegen en dat heeft zeker twee à drie generaties nodig. Het heeft betrokkenheid, acceptatie en verbinding nodig en gemeenschappelijke idealen waar een massa aan mensen achter kan staan. Het begint vandaag bij de mensen die deze kar willen trekken. Kort na de start hebben we innovators en early adaptors nodig, een grote groep personen, waaronder ook vele kennisrijke, invloedrijke en initiatiefrijke, met hart voor iedere medemens en alle natuur, in vrijheid en respect. Laten we een weg creëren waarlangs de opbrengst gemeten wordt in drie waarden: geldwaarde oké, maar ook groene waarde en sociale waarde.

Het meest geschikte land met de meest geschikte cultuur is vermoedelijk Nederland. Westers, sterk individualistisch, weinig hiërarchisch ingesteld, met relatief veel open mindset en gevoel voor tolerantie, ook al lijkt dit de laatste decennia sterk te verminderen. Heb vertrouwen.

Aan de hand van vier bedachte voorbeelden nemen wij je mee naar een oplossingsrichting met potentie to save humanity:

Een digitaal platform waar mensen zichzelf ontwikkelen, verbinding creëren en tegelijkertijd de wereld mooier maken.

De voorbeelden:

– Herziening voor de landbouwsector: Food forestry

– Aandeelhouderschap voor werknemers 

– Van True cost accounting naar True value motivation

– Vernieuwing van ons kiesstelsel

Show me how

Herziening voor de landbouwsector: Food Forestry

Woon jij als starter op de woningmarkt straks met positieve footprint middenin de natuur? Het is absoluut mogelijk als we weiland en akkerland omvormen tot dynamisch voedselbos met permacultuur groenteteelt. We kunnen er naast wonen ook recreëren. De voedselopbrengst verdubbelt en de boer krijgt een stabiel en gezond verdienmodel, waarbij geen enkele subsidie nodig is. 

Een hoog/laag boslandschap waar mensen uit de omgeving kunnen wandelen over de paden van houtsnippers die meanderen langs vijvers, fruitbomen en rozenstruiken, waar vlinders en bijen van bloem naar bloem vliegen, waar de geur van lavendel en vlierbloesem en het geluid van vogels, krekels en bladeren meegenomen worden door de zachte wind. 

De voedselopbrengst ligt twee tot drie keer hoger dan bij huidige vormen van land- en akkerbouw. Met kennis van mensen uit de landbouw, woningbouw en retailsector is het uitgedacht en doorgerekend. De carbon- en stikstoffootprint zorgen voor werkelijke vergroening binnen onze leefomgeving, waarin realisatie en energieverbruik van de starterswoningen is meegerekend.

Het idee is als volgt. De boer werkt samen met bewoners en vrijwilligers op zijn landerijen bij het aanplanten en beheren van het voedselbos. Mensen uit de omgeving kunnen een abonnement kopen en deelgenoot worden van deze nieuwe natuur en de opbrengst ervan. Het vergroot de sociale betrokkenheid en kennis van de natuur. Na ongeveer vijf jaar komt de groei van bomen en planten in een balans met elkaar, waardoor het onderhoud enorm afneemt. Het oogsten is vrij arbeidsintensief, maar met de inzet van bewoners, vrijwilligers en bezoekers/abonneehouders, kan de boer zich hieruit vrijmaken en zichzelf toeleggen op het organiseren en ontwikkelen. Het verdienmodel voor de boer komt veel hoger te liggen. Dat maakt het voor de gehele landbouwsector bijzonder aantrekkelijk.

We gaan dieper in op het verdienmodel voor de boer, de positie van de bewoner en de toegevoegde waarde voor de omliggende woonwijken. En we gaan in op de nodige veranderingen van structuren, stelsels en systemen. 

De boer zorgt conform het ontwerp, voor hoog/laag verschillen, waterpartijen, het leidingwerk ondergronds, helofytenfilters voor de afwatering vanuit de woningen, de aanschaf van de initiële beplanting, toegang vanaf de openbare weg en voor parkeerplekken. De kostenraming voor deze investering is 66.000 euro per hectare (afschrijving in tien jaar: 6.600 euro/jaar). Per hectare grond, dat is 10.000 vierkante meter, is er ruimte voor tien (houten) tiny houses. De bewoner van een tiny house betaalt maandelijks 200 euro voor het pachten van de grond en de aansluiting op water en elektra. Dat geeft een jaarlijkse pachtopbrengst voor de boer van 24.000 euro. Bewoners en vrijwilligers helpen mee met grondverbetering en beplanting en na ongeveer vier jaar is de voedselopbrengst voldoende om per hectare 100 huishoudens abonnee te maken. Bij een abonneegeld van 100 euro levert dit jaarlijks 10.000 euro op. Dat geeft een totale jaaropbrengst per hectare van 27.400 euro. (Even ter info: de huidige opbrengst van ‘gewone’ landbouwgrond ligt voor de meeste boeren rond de 6.000 euro per hectare.)

Als we inzoomen op de bewoners en hun tiny houses zien we het als volgt. In het ontwerp van het voedselbos worden locaties aangewezen voor de bewoners. Tiny houses hebben normaal gesproken een oppervlakte van dertig à veertig vierkante meter. We stellen het maximum op vijftig en het mag worden uitgebreid met een bescheiden terras. Er is geen riool. In plaats daarvan wordt gebruik gemaakt van een composttoilet en het afvalwater wordt teruggebracht in de natuur via het helofyten filtersysteem. De aanschafwaarde van een tiny house ligt gemiddeld tussen de 55.000 en 90.000 euro. Het is goed denkbaar dat een starter dat kapitaal niet heeft, vandaar dat een overkoepelende stichting Food Forestry die alles begeleidt en organiseert, wil bemiddelen met lease-maatschappijen. Het is reëel om te verwachten dat een tiny house met een waarde rond de 60.000 euro via financial lease aangeschaft kan worden tegen een maandelijkse betalingsverplichting van ongeveer 600 euro. Tel daar de 200 euro pacht bij op plus 75 euro voor water en licht, dan woont een starter zonder startkapitaal voor 875 euro per maand volledig zelfstandig.

Nederland kent op dit moment verschillende permacultuur stadstuinen, voedselbossen en zelfpluktuinen. De ervaring leert dat het aantrekken van vrijwilligers redelijk makkelijk gaat. Dat wil natuurlijk nog niet zeggen dat het voor een boer gemakkelijk is om met vrijwilligers samen te werken. De stichting Food Forestry ondersteund om die reden met opgebouwde ervaring en zorgt voor heldere communicatie, inspraak en een goede planning. De boer is primair zelf verantwoordelijk voor wat er op zijn land gebeurt. In de eerste vier à vijf jaar is er vrij veel werk, denk aan de nieuwe aanplant van meerjarige gewassen, het in balans brengen van de groei, het opzetten van een permacultuur tuin voor eenjarige gewassen. Na die eerste jaren neemt de hoeveelheid werk sterk af. Het accent komt dan te liggen op het oogsten en het verkopen. Als bewoner heb je een inspanningsverplichting van maximaal vijf uur per week. Wil je meer uren werken, dan kun je dat natuurljk aangeven bij de boer. De overkoepelende stichting spant zich samen met de boer in om het team aan bewoners en vrijwilligers op te bouwen en kennis over te brengen.

Interessant voor de omliggende woonwijken. Voor een bedrag van honderd euro per jaar kunnen mensen uit de omgeving klant worden bij de boer. Ze kopen daarvoor een abonnement dat recht geeft op toegang tot de food forestry locatie van deze boer en het geeft recht op het delen in de oogst met de mogelijkheid zelf te plukken voor eigen gebruik. De geoogste aardappelen, groenten, fruit en noten worden net als in de winkel, gewogen en apart afgerekend. Het aantal abonnees is gemaximeerd en in lijn met de oogstopbrengst van de food forestry locatie.

Structuren, stelsels en systemen. De overkoepelende stichting Food Forestry levert ondersteuning aan de boeren op het gebied van vergunningen, ontheffingen, juridische zaken zoals contracten voor bewoners, huishoudelijk reglement et cetera. De stichting zorgt voor de kennis en het netwerk voor goede ontwerpplannen, advies bij de aanleg en onderhoud. De stichting helpt bij training, communicatie en organisatie van bewoners en vrijwilligers en overdracht van kennis op het gebied van verkoop en automatisering. Daarnaast legt de stichting een register aan van potentiële bewoners en vrijwilligers en brengt partijen met elkaar in contact en stel dat het voorkomt, dan bemiddelt de stichting in geschillen. De stichtingvorm met non-profit oogmerk, heeft een maatschappelijk doel waar het gaat om het realiseren van vergroening, saamhorigheid, geluksgevoel, gezonde voeding, hogere voedselopbrengst per hectare, ondersteuning van een nieuw biologisch en absoluut groen verdienmodel voor boeren, het betaalbaar houden van woningen met een lage footprint. Van de overheid wordt gevraagd mee te werken aan stelselveranderingen voor het toekennen van vergunningen, structuurvisie, natura 2000 nota et cetera. Het is immers volledig in lijn met het algemeen belang en de politieke doelstellingen op Nederlands en internationaal niveau.

Voor bewoners, vrijwilligers en abonnees ontstaat er een groene, natuurlijke en gezonde omgeving, waarin mensen kunnen recreëren, elkaar ontmoeten, samenwerken, verbondenheid en voldoening ervaren, een plek die als een ‘eigen plek’ voelt waar je je thuis voelt en erbij hoort. Het mag een plek worden waar ook workshops zoals yoga, koken, meditatie en schilderen beoefend kunnen worden.

Natuurlijk stuit vrijwel iedere vernieuwing op weerstand, vandaar dat bij grote veranderingen als deze, een groot draagvlak nodig is. Daar komt het digitaal platform in beeld. Laat me je meenemen. 

Als een van de vele gebruikers van het platform kun je jouw waardering geven aan deze geschetste nieuwe ontwikkeling. Bij een groot draagvlak voor dit idee, ontstaat er iets. Het stimuleert de landbouwsector om het onderwerp op een bestuurlijke agenda te plaatsen. Studenten van de landbouw universiteit Wageningen zien het als interessant scriptie materiaal. Een vakblad als Ekoland of Nieuwe Oogst zou het onderwerp kunnen oppakken. De landelijke politiek ziet mogelijke oplossingen voor vraagstukken op het gebied van 

– stikstof en CO2 reductie

– voedselproductie binnen Nederland

– verdienmodel voor (kleinschalige) boerenbedrijven

– hoger aanbod betaalbare (starters)woningen en 

– bestrijding van eenzaamheid in de samenleving.

Realisatie van dit idee zal niet gemakkelijk worden, eenvoudigweg omdat het binnen de huidige systemen, stelsels en structuren niet kan, niet mag, niet wordt getolereerd. Het zet bestaande verdienmodellen en politiek beleid op z’n kop. Vandaar dat een groot draagvlak van essentieel belang is. Mensen in allerlei bestuurlijke en overheidsfuncties moeten erkenning ervaren als zij veranderings- en ontwikkelingsbereid zijn, waardering voor hun bereidheid tot pionieren en willen strijden voor het veranderen van gevestigde stelsels, structuren en systemen.

Aandeelhouderschap voor werknemers

Een ander voorbeeld. Een ondernemer is zijn bedrijf gestart en de omzet groeit al een paar jaar bijzonder goed. Dertig, veertig, vijftig medewerkers en na de eerste opstartjaren in een stijgende lijn qua rentabiliteit. De betrokkenheid van medewerkers bij deze schaalgrootte en groeifase van een onderneming is over het algemeen hoog, de bedrijfscultuur wordt vaak getypeerd als prettig en veel medewerkers hebben het gevoel zichzelf te ontwikkelen binnen de onderneming. De pionier heeft inmiddels een aardig grote waarde in zijn/haar onderneming opgebouwd en het ligt voor de hand dat er inmiddels al winst wordt uitgekeerd naar de aandeelhouder(s). 

Stel er is een nieuw stelsel van kracht, ergens in de toekomst, waarbij het eigendom van een onderneming met meer dan 50 fulltime medewerkers (FTE’s) deels verschuift van de financiers/pionierende ondernemer naar alle medewerkers die langer dan twee jaar in dienst zijn. Dit stelsel bepaald dat bij iedere extra FTE één procent van het aandelenkapitaal wordt overgebracht naar een aandelen-poule ten behoeve van het pensioen van de medewerkers, tot een maximum van 60 procent van het aandelenkapitaal. Dan betekent dit dat bij 110 FTE’s en meer, 60 procent van de onderneming in bezit is van de medewerkers die er langer dan twee jaar werken (met een maximum van 1 procent per FTE). Zij bouwen hiermee niet alleen hun pensioen op, maar krijgen ook medezeggenschap over het beleid en de directievoering van de onderneming. Een ondernemingsraad is niet langer nodig. De pensioenpremies hoeven niet naar een pensioenfonds te gaan, die overigens voor een groot gedeelte ook investeert in andere ondernemingen. De visie van de onderneming zal verschuiven van een middellange naar een lange termijn visie, de risico’s die de pionier durfde te nemen zullen waarschijnlijk worden getemperd. Collega’s zullen elkaar aanspreken op onwenselijk gedrag zoals de kantjes ervan aflopen, onnodig ziekteverzuim, te laat komen etc. De directie wordt aangesteld door de aandeelhoudersvergadering, in casu voor 60 procent dus door de medewerkers zelf en hij/zij zal dus ook rekening houden met het belang van die medewerkers. Dit zorgt voor een nieuwe dynamiek in de onderneming die op lange termijn en ook met een verdere groei in schaalgrootte, tot een situatie zal leiden waarbij de betrokkenheid van de hoogste leidinggevenden tot en met de medewerkers onderin de organisatiestructuur, groter en respectvoller zal zijn, met meer transparantie, compassie, erkenning en creativiteit.

Zo’n voorbeeld als deze behoeft uiteraard verdere uitwerking, maar het idee erachter is waarschijnlijk duidelijk. Dit soort aanpassingen in zeggenschaps- en eigendomsstructuur kunnen een enorme vooruitgang teweeg brengen in sociale betrokkenheid, stabiliteit en het terugdringen van sociale ongelijkheid binnen Nederland.


Van True cost accounting naar True value motivation

Er is één muntsoort waar we gewoonweg niet omheen kunnen, binnen ons land is dat de euro, daarin hebben we financiële opbrengsten en kosten. Het vertaalt zich in welvaart en comfort. De werkelijke kosten blijven voor een enorm groot gedeelte verborgen, daarmee doel ik op kosten op het gebied van milieu en menselijk leed. Daarvoor is transparantie nodig binnen productieketens en dan ook nog vaak over vele landsgrenzen heen. Onder de noemer True Cost Accounting wordt geprobeerd inzicht te krijgen in deze geëxternaliseerde kosten (en baten). Het vraagt om verdieping in de problemen op het gebied van duurzaamheid en maatschappelijke sociale problemen. En vertaling van die problemen naar financiële termen als de euro. Partijen willen daarover duidelijkheid krijgen en de verwachting is, dat als die er komt, dat er daadwerkelijk iets mee gedaan kan worden. De focus ligt daarbij op de negatieve effecten, de kosten. Het is bijzonder goed dat daar aandacht voor is. Des te meer kennis daarover, des te beter.

Maar graag zou ik er een kanttekening bij willen plaatsen. Als we de euro extrapoleren naar True cost accounting, dan zien we systemen, stelsels en structuren steeds complexer worden met als gevolg dat we de aanpak van problemen waarschijnlijk verder blijven uitstellen of blijven verleggen naar andere landen. Zelf ben ik voorstander van een andere benadering, één waarbij de focus ligt op de (netto) opbrengsten kant.

Stel we ontwikkelen een muntsoort waarin we de netto opbrengst kunnen uitdrukken voor vergroening plus een muntsoort voor sociale verbeteringen: levenskwaliteit, vrijheid & respect voor iedere medemens.

Het zal niet meevallen om de groen-opbrengst goed te definiëren, maar het is zeker een poging waard. Verschillende zaken laten zich berekenen, zoals CO2 opname, stikstof opname, maar ook de opname van zeer giftige stoffen als bijvoorbeeld lood, koper, vinylchloride en benzeen zijn te achterhalen. Gemiddeld haalt een boom per jaar 10 tot 25 kilogram CO2 uit de lucht. Diezelfde getallen zijn te berekenen voor andere planten, schimmels, algen, maar ook bijvoorbeeld voor het bouwen met hout in plaats van beton. Met de aanleg van bossen, opzetten van fotobioreactoren, kernreactoren, windmolenparken et cetera is eenvoudig terug te rekenen hoeveel groen-opbrengst we binnen Nederland realiseren. Dus niet over de grens, want dat leidt af van wat wij binnen ons land zelf kunnen doen. We willen ons verbonden voelen met het resultaat. Probeer je elektrische auto overdag op te laden met groene stroom en gebruik die stroom dan ’s avonds en ’s nachts voor het gebruik van de wasmachine of droger die bij je thuis staat. Daarmee realiseren we een directe besparing op de uitstoot van CO2. De efficiënte maar vaak lelijke zonnepanelen kunnen we massaal aanbrengen op de daken van bedrijfspanden, waar op werkdagen de meeste elektrische auto’s staan. We mopperen op de horizonvervuiling door windparken, maar je leest nooit over de lelijke oplossingen die zijn gecreëerd op de daken van woningen. Dat komt deels, omdat we niet trots zijn op wat we proberen te doen met windmolens. Het is niet van ons, maar van een ander. Ook dat zal veranderen als we mede-aandeelhouders worden in ondernemingen.

Die zonnepanelen op onze daken, daar wordt overdag energie gemaakt, terwijl er vrijwel geen stroom wordt gebruikt en geen auto staat te laden. Een vreemde gedachtekronkel als gevolg van een subsidie-stelsel. Dit kan beter. 

Door te rapporteren hoeveel groene energie we overdag in onze auto’s stoppen in plaats van ’s avonds, door te rapporteren hoeveel nieuwe woningen we hebben gerealiseerd in houtbouw (inclusief tiny houses), hoeveel hectare grond we hebben omgezet van landbouwgrond naar agri-bosbouw, hoeveel bomen en vaste tuinplanten we met elkaar hebben gekocht, gaan we elkaar motiveren. Dan zien we concreet hoe we Nederland helpen vergroenen. Bewustwording creëert draagvlak en motivatie.

Door hier ook op micro-schaal mee bezig te zijn kunnen we ons op hele concrete verbeteringen focussen, bewuster kiezen en wereldmarktleider worden in verschillende vergroeningsprojecten. Die kennis en techniek kunnen we internationaal exploiteren, waardoor we ook international groen-impact kunnen realiseren.

Voor de vooruitgang in sociale ontwikkeling, vrijheid en respect, focussen we op dit moment, ook met true cost accounting, vooral op de misstanden in de wereld. Kinderarbeid, loon onder bestaansminimum, uitbuiting, verkapte slaven-arbeid. Het is goed om daar niet van weg te kijken en naar mijn idee vooral een taak van de journalistiek om die onder de aandacht te blijven brengen, zodat we met kennis daarvan betere beslissingen kunnen nemen. Het zijn verborgen kosten, die niemand voor zijn verantwoording wil nemen en die in de massaliteit en listigheid van marketeers en juristen, worden verdoezeld, verlegd en verzwegen. Dat terugbrengen van de hoeveelheid leed in de wereld is absoluut essentieel. Ook hier geldt weer: de grote getallen zeggen de mensen over het algemeen niets. En als je een nieuwe spijkerbroek koopt wil je horen dat hij leuk staat en niet hoeveel sociaal leed daarachter schuilgaat.

Het grote probleem ontstaat echter niet bij de mensen die aan de onderkant van de wereldmaatschappij bungelen, maar bij de mensen die bovenin eindverantwoordelijk zijn, de industriëlen, landelijke politici, financiers. Velen zitten goed in elkaar, maar dat geldt zeker niet voor alle mensen in machtige functies. Mensen op dit niveau lijden in meerdere gevallen zelfs aan het hybrissyndroom dat leidt tot impulsief en zelfs destructief gedrag. Zij behandelen anderen onbeschaamd, minachtend en halen er plezier uit hun macht op die manier te gebruiken. Het is even zwart-wit neergezet, maar bewust. We weten dat veel (wereld)problematiek ontstaat bij mensen die hun macht misbruiken. Bij veel grote organisaties zijn deze vormen van misbruik voelbaar onder de werknemers. Je bemerkt daar relatief veel ‘wij’ en ‘zij’ gevoel, directief leiderschap vol targets, carrièretijgers, bureaucratie en mensen leren zich indekken met rapportages en cc-mailverkeer.

Terug naar de opbrengst, want daar wil ik graag voor pleiten. We kunnen berekenen en rapporteren, hoeveel aandelenbezit opschuift van (bestaande) aandeelhouders en financiers, naar anders belanghebbenden binnen organisaties, zoals werknemers. We kunnen politiek besluiten welke (non profit) organisaties werken aan het algemeen belang, ons maatschappelijk belang, zoals in ons eerdere voorbeeld de stichting Food Forestry, en daarbij openbaarheid van cijfers verlangen/vereisen, met normbedragen voor rentabiliteit, maximum winst, etc. We meten al hoe koopkracht ontwikkelt en wat de spreiding daarbinnen is. Het ontstaan van meer transparantie kan gezien worden als een opbrengst. Een toename van het aantal stichtingen dat zich bezighoudt met commerciële ondersteuning, zoals in het Food forestry voorbeeld, kan gezien worden als een opbrengst. Dit zou ook een rol kunnen zijn voor de Stichting Ocean Cleanup. Plastic reclycling vanuit open water voor hergebruik in bijvoorbeeld de kledingindustrie, bouwmaterialen of verpakkingsindustrie met het toevoegen van een expliciet keurmerk met waarborging. Dit geeft een meerwaarde bij het op de markt brengen. Volgens mij is er nog veel meer denkbaar, maar dat is voor later en voor verdere bestudering.

Voor dit moment volstaat het om te vermelden dat als wij binnen Nederland werkelijk in staat zijn om bezit en daarmee invloed en macht op een gezonde manier te herverdelen naar andere direct belanghebbenden, vooral werknemers, dan gaat de besluitvorming op management niveau steeds meer rekening houden met de sociale impact. Eenvoudigweg omdat deze ‘nieuwe’ aandeelhouders betrokken zijn op sociaal gevoelsniveau. De inkoper weet waar de spullen vandaan komen, de kwaliteitsmedewerker heeft zich waarschijnlijk allang verdiept in de productiekolom die daarachter zit, de marketeer wordt wakker geschud door zijn collega’s tijdens een gesprek in de wandelgangen en om het compleet te maken wordt de directeur op het matje geroepen door deze medewerkers tijdens de aandeelhoudersvergadering.

Natuurlijk zijn er ook eenvoudige opbrengsten te vinden door bijvoorbeeld binnen organisaties een jaarlijkse (vrijwillige) enquete te houden onder medewerkers, naar hun geluksgevoel, waardering, voldoening, toegekende bevoegdheden en verantwoordelijkheden, zelfontwikkeling, de ervaren vrijheid, respect en beloning. Als je deze resultaten van jouzelf kan vergelijken, benchmarken, dan krijg je naast een stukje zelfreflectie ook nog eens inzichtelijk of je er zelf invloed op uit kan oefenen of dat je misschien een overstap wilt maken naar een leukere (concurrerende) organisatie. Transparantie stimuleert vooruitgang.